Blog

Vorige zomer, het was de hele dag broeierig warm, toen het in de middag onheilspellend donker werd. In de verte begon het te rommelen. Ik had net gedoucht, mijn haar geföhnd en mijn nieuwe linnen jurk aangetrokken. Ik schonk een kop thee in toen me te binnen schoot dat de was nog aan de lijn hing.

De eerste lauwe druppels vielen.

Ik rende naar achter, trok de was van de lijn en net voor de eerste blauwe flitsen was ik weer binnen. Innig tevreden nipte ik aan mijn kopje thee.

De voordeurbel!

Op de stoep stond een jochie van een jaar of elf hevig te snikken.

‘Mevrouw, sorry dat ik aanbel, maar het is mijn opa!’
Ik schrok. ‘Wat is er met je opa?’
‘De buren zijn niet thuis en mijn opa zit daar onder de struiken en durft niet tevoorschijn te komen!’
‘Je opa?’ vroeg ik verbaasd.
Hij knikt en wreef in zijn ogen. ‘Hij heeft een oorlogsverleden en is bang van het onweer!’
Opnieuw begon het mannetje hartverscheurend te huilen.

Ergens had dat kind iets bekends. ‘Is jouw opa …?
Hij knikte.

Goh, ik had geen idee dat die een oorlogsverleden had, maar je kunt niet alles weten.

Door een grijs regengordijn liepen we de tuin van de buren in. Keken onder struiken en zochten in de bosjes.

Geen opa.

Mijn mascara liep in zwarte strepen over mijn gezicht. De jurk plakte om mijn benen.

‘Waar is je opa dan?’ riep ik door het onweer geweld heen.

‘Het is niet mijn opa, maar zijn hond!’ brulde hij.

Op dat moment zag ik een grote hond, trillend en kletsnat, onder de rododendron zitten.
Ik kroop onder de struik en trok het beest naar me toe. Maar verder wilde het geen stap verzetten.

‘Wacht ik pak mijn auto!’
Het joch hielp dapper mee. Toen we het arme dier eindelijk in de auto hadden, kroop het tussen mijn stoel en de achterbank in en bleef daar bibberend zitten.

Voor het huis van opa kregen we hem met geen mogelijkheid meer uit de auto.
‘Haal je opa!’ riep ik druipend van de regen.
Het jochie rende naar binnen, kwam terug en snikte: ‘Opa komt niet!’

Ik perste mijn lippen op elkaar om niet te vloeken. Wat een snertopa!

Eindelijk hadden we de hond te pakken en samen trokken we het beest uit zijn schuilplaats.
Daar kwam opa aan!
Zwijgend nam hij de hond over.
Enkel het mannetje snikte: ‘Heel erg bedankt, mevrouw!’

Drijfnat reed ik naar huis. Inwendig scheldend op opa.
Maar hoe leuk!
De volgende dag bracht het jochie samen met zijn moeder een doos chocolade voor mijn hulp!